Schatten

Antwoorden

    1. Het antwoord moet in de buurt van `600 // 1 = 600` liggen.
    2. Achter de 1, het juiste antwoord is 661,54.
    1. Ja, want koffie met appelpunt is minder dan 5 euro, dus voor 4 personen minder dan 20 euro.
    2. Je moet wel in de buurt van 20 euro uitkomen.
    3. € 19,60
    1. Ongeveer `4 xx 18 = 72` euro.
    2. Je moet precies `2 xx 14,95 + 2 xx 16,50 + 4 xx 2,75 = 73,90` euro betalen. Er is dus nog ruimte voor een kleine fooi.
    1. `879,4 + 54,75 = 934,15` want `900 + 50 = 950`
    2. `4376,7 - 3887,24 = 489,46` want `4400 - 3900 = 500`
    3. `4,58 xx 16,2 = 74,196` want `4 xx 16 = 64`
    4. `5743 xx 6,5 = 37329,5` want `6000 xx 6 = 36000`
    5. `651,298 // 13,7 = 47,54` want `650 // 13 = 50`
    6. `126,96552 // 101,2 = 1,2546` want `130 // 100 = 1,3`
    1. `25 x 500 = 12500` dus tussen 10.000 en 100.000.
    2. `0,25 xx 500 = 125` dus tussen 100 en 1000.
    3. `25 // 500 = 5 // 100 = 0,05` dus tussen 0,01 en 0,1.
    4. `0,25 // 500 = 0,05 // 100 = 0,0005` dus tussen 0,0001 en 0,001.
    1. `39,8 + 213 ~~ 40 + 200 = 240` en `39,8 + 213 = 252,8`.
    2. `753,14 - 25,5 ~~ 750 - 25 = 725` en `753,14 - 25,5 = 727,64`.
    3. `682,5 // 250 ~~ 750 // 250 = 3` en `682,5 // 250 = 2,73`.
    4. `1209 xx 4,92 ~~ 1200 xx 5 = 6000` en `1209 xx 4,92 = 5948,28`.
    1. `1600 xx 15 = 800 xx 30 = 24000`, dus de uitspraak is onjuist.
    2. `1600 // 15 = 3200 // 30 ~~ 3300 // 30 = 110`, dus deze uitspraak is juist.
  1. Ongeveer `12 xx 90 = 1080` euro.
    Het antwoord is nogal onzeker, want februari is een korte maand. Bovendien kan er in februari wel juist voor deze familie veel aan de hand zijn: verjaardagen, etc.
  2. Als elke verdieping zo'n 3 m hoog is, is deze flat ruim 30 meter hoog.
    1. Ongeveer 30 weken voor 12 boeken, dus voor elk boek 2,5 weken. In een week moet hij viertiende boek lezen.
    2. Je meet een paar keer in verschillende boeken hoeveel je over bijvoorbeeld 20 pagina's doet en bepaalt daarvan het gemiddelde.
    3. In een uur 18 pagina's, dus voor een boek van 180 pagina's heeft hij 10 uur nodig.
    4. Dat is 3,5 uur per week en daarin leest hij gemiddeld `3,5 xx 18 = 63` pagina's. Nu is `0,4 xx 180 = 72` pagina's, dus hij haalt nu zijn viertiende boek per week niet. Hij zal meer uren moeten lezen.
    5. Hij moet `72` pagina's per week lezen, dat is `72 // 18 = 4` uur per week. Hij moet ongeveer 35 minuten per dag lezen.
    1. `31,5 + 2,8 ~~ 32 + 3 = 35` en `31,5 + 2,8 = 34,3`.
    2. `31,5 - 2,8 ~~ 32 - 3 = 29` en `31,5 - 2,8 = 28,7`.
    3. `31,5 xx 2,8 ~~ 32 xx 3 = 96` en `31,5 xx 2,8 = 88,2`.
    4. `31,5 // 2,8 ~~ 30 // 3 = 10` en `31,5 // 2,8 = 11,25`.
    1. `1200 // 15 = 2400 // 30 = 80`.
    2. `1204 // 15,6 = 77,17948718`, zie antwoord bij a.
    3. Omdat de orde van grootte tussen de 10 en de 100 is, moet de komma achter het tweede cijfer. Er kunnen dan immers alleen tientallen en eenheden voor de komma zijn.
    4. De rekenmachine kan dit getal alleen maar afronden. Controleer maar, dat de deling in werkelijkheid niet uit komt.
    5. `1204 // 15,6 ~~ 77,18`.
  3. Leontine is ongeveer 1,9 jaar oud. Dus ze zit vast niet bij je in de klas.
  4. Er zijn ongeveer 20 zitplaatsen per rij en 24 rijen, dat is ongeveer 480 personen.
    Er lijken ongeveer 500 zitplaatsen te zijn.
    1. Een deur is zo'n 3 meter hoog, dus de bus ongeveer 3,5 meter hoog (vanaf de grond).
    2. De dubbele deur voorin zal zo'n 1 meter breed zijn en dat is anderhalve raamlengte, dus de bus zal zo'n 10 m lang zijn.
    3. 4 passagiers naast elkaar en elke passagier heeft iets minder dan 1 meter in de lengte nodig. Er zullen dus zo'n 12 a 13 passagiers achter elkaar zitten. Totaal zo'n 50 passagiers.
  5. Ongeveer 12 liter, want de grote fles is ongeveer 2 keer zo breed (dit telt in de lengte en de breedte!) en 3 keer zo hoog.