METEN EN TEKENEN | Overzicht |
Omtrek cirkel | |
Toepassing
Jan fietst elke dag 4,2 km van huis naar school.
Stel je voor dat elke omwenteling van zijn trappers ook zijn wiel precies één keer rond draait.
De diameter van zijn fietswiel is 71 cm. Antwoord
De omtrek van zijn wiel is π · 71 cm. Zijn trappers gaan daarom ongeveer ≈ 1883 keer rond. |
|
Uitleg | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Toepassing | |
< |