Kort maar krachtig

Antwoorden

1. 1. omtrek = lengte kortste lucifer + lengte langste lucifer + lengte kortste lucifer + lengte langste lucifer
   2. omtrek = 2 × k + 2 × l
2. 1. oppervlakte = lengte kortste lucifer × lengte langste lucifer
   2. oppervlakte = k × l
3. 1. `P = 2 * k + 2 * l`
   2. `A = k * l`
   3. Ja, `k` ,`l` en `P` moeten dezelfde lengte-eenheid hebben en `A` de bijbehorende oppervlakte-eenheid.
4. 1. `F = 9/5 * C + 32`
   2. `F = 9/5 * 20 + 32 = 68`
   3. Hoeveel graden Fahrenheit hoort er bij 20°C?
   4. Ze zijn veel overzichtelijker dan lange zinnen.
5. 1. `P = 10 * k + 2 * l`.
   2. `P = 10 * 3 + 2 * 4 = 38`.
   3. `A = 2 * k * k + 3 * k * l`.
   4. `A = 2 * 3 * 3 + 3 * 3 * 4 = 54`.
6. Figuur I: `P = 10 * k + 2 * l` en `A = 2 * k * k + 2 * k * l`.
   Figuur II: `P = 6 * k + 2 * l` en `A = 2 * k * l`.
   
7. 1. Doen.
   2. `P = 8 * 5 + 6 * 3 = 58`.
   3. Doen.
   4. `A = 5 * 5 + 5 * 5 * 3 = 100`.
8. 1. `5 * a + 6 * b`
   2. `4 * a * b + 3 * a * a`
   3. `9 * p + 8 * q`
   4. `2 * p * p + 6 * p * q`
9. 1. Teken de kortste route van `(0,0)` naar `(2,3)` over het rooster.
   2. Bij beide komt er 13 uit.
   3. `a - 2 * b`
   4. Bij beide komt er `-4` uit.
   5. `3 * a - 3 * b`
10. 1. `4 * a + 2 * b`
    2. `3 * a + 3 * b`
    3. `3 * p - 4 * q`
    4. `2 * p - 4 * q`
11. 1. `P = 8 * k + 6 * l + 3`
    2. `A = 5 * a * a + 2 * a * b + 4 * b`
    3. `y = 5 * x * x - 7 * x`
    4. `K = 5 * p - 2 * p * p`
12. Figuur I: `P = 10 * k + 2 * l` en `A = 2 * k * k + k * l`.
    Figuur II: `P = 6 * k + 2 * l` en `A = k * k + 2 * k * l`.
    
13. 1. `p + 18 * q`
    2. `4 * p + 12 * q`
    3. `2 * a + 4 * b`
    4. `x + 4 * y`
    5. `3 * x * x - 6 * x`
    6. `u * v + u`
14. 1. `r = 4,50 + 2,75 * k`
    2. `P = 6 * b + 5 * l`
    3. `A = 3 * l * b + 2 * b * b + b`
    4. `j = (v + m + 13)/2`
15. 1. 7,0
    2. `60/60 * 9 + 1 = 10`
    3. Rechte lijn door `(0,1)` en `(60,10)`.
    4. Vanf 30 punten.
16. 1. `k = 0,15 + (9,95)/x`
    2. `k ~~ 0,81` euro.
    3. Ja, maar je moet dan wel veel extra foto's hebben, minstens 199.
17. 1. `w` = weekloon in euro en `a` = aantal folders.
    2. Je kunt de volgorde van de vermenigvuldiging en van de optelling omdraaien.
    3. `L` = kaarslengte in cm en `u` = brandtijd in uren.
    4. Bijvoorbeeld `L = u * -2 + 30`.
    5. Alleen zolang de snelheid hetzelfde is kun je uitrekenen hoeveel je hebt afgelegd door de snelheid met de tijd te vermenigvuldigen. De gemiddelde snelheid kun opvatten als zo'n constante snelheid.
    6. 42 km in `2 1/3` uur betekent 18 km in 1 uur, dus 18 km/h.
18. 1. `T = (n - 40)/7 + 10`
    2. `T = 18`°C.
    3. `T = 20`°C.
    4. Een rechte lijn door onder andere `(5,1)` en `(110,20)`.
    5. Bij 20°C hoort `n = 110` en bij 25°C hoort `n = 145`.