Van formule naar grafiek

Antwoorden

    1. `5/9 * 0 + 32 = 32`°F.
    2. `5/9 * 100 + 32 ~~ 87,6`°F.
    3. Je kunt in dit plaatje snel zien hoeveel graden Fahrenheit ongeveer hoort bij een bepaald aantal graden Celsius zonder te hoeven omrekenen. Nadeel is dat het plaatje niet erg nauwkeurig is.
    1. Ongeveer wel.
    2. Maak eerst een tabel met graden Celsius van 0, 10, t/m 100.
    1. Voor de invoervariabele kun je zelf waarden kiezen. De uitkomsten zijn een gevolg van de invoerwaarden.
    2. De afstand is afhankelijk van hoeveelheid benzine.
    3. Doen.
    4. afstand = 12 × 35 = 420.
    1. Ongeveer 450 km.
    2. `37 xx 12 = 444` km.
    3. Omdat je toch niet nauwkeurig kunt bepalen hoeveel km je met een bepaalde hoeveelheid benzine kunt rijden. Dat hangt af van je rijgedrag en de omstandigheden.
    1. weekloon = 6 + 300 × 0,05 = 21 euro.
    2. Je vindt achtereenvolgens 8,50; 13,50; 18,50.
    3. Controleer de bijbehorende punten.
    1. brandtijd
    2. De tabel moet doorlopen tot brandtijd = 20. Elk uur gaat er 1,5 cm af.
    3. lengte (in cm) komt op de verticale as.
    4. Na 20 uur.
    1. Zie tabel.

      graden C 0102030405060708090100
      graden F32506886104122140158176194212

    2. Doen, de grafiek wordt een rechte lijn.
    3. `5/9 xx 37 + 32 ~~ 52,6`°F.
    4. Geef het punt op de grafiek aan.
    1. Zie tabel.
      aantal kopieën 50010001500200025003000
      kosten per kopie (€)0,480,280,210,180,160,15

    2. Doen.
    3. Omdat de grafiek steeds dichter bij 0,08 komt naarmate het aantal kopieën oploopt.
    4. Aflezen uit de grafiek en dan gewoon proberen met de formule geeft meer dan 10.000 kopieën.
    1. Zie tabel.

      zijde012345678910
      oppervlakte0149162536496481100

    2. Doen.
    3. Nee, al de lengte van de zijde 1 groter wordt, wordt de oppervlakte steeds meer groter.
    4. `6,3 xx 6,3 = 39,69`.
    1. afstand = 15 × hoeveelheid benzine.
    2. Zie tabel.

      hoeveelheid benzine (liter) 01020304050
      afstand (km) 0150300450600750

    3. Doen, het wordt een rechte lijn door `O(0,0)`.
    4. Elke liter benzine komt er 15 km bij, steeds hetzelfde getal.
    1. Omdat lengte × breedte = 600 kun je de lengte berekenen door de oppervlakte van 600 te delen door de breedte.
    2. Zie tabel.

      breedte102030405060100
      lengte6030201512106

    3. Doen, je krijgt een kromme lijn.
    4. Omdat bij toenemende breedte de lengte wel kleiner wordt, maar steeds minder.
    1. Bedrijf A: ritprijs = 7,50 + aantal klantkilometers × 2,20.
      Bedrijf B: ritprijs = 4,00 + aantal klantkilometers × 2,75.
    2. Zie tabel.

      aantal klantkm0123456
      ritprijs A (euro)7,509,7011,9014,1016,3018,5020,70
      ritprijs B (euro)4,006,759,5012,2515,0017,7520,50

      Maak hierbij twee grafieken in één figuur.
    3. Ja. In het snijpunt zijn beide bedrijven bij het bijbehorende aantal klantkilometers even duur.
    1. cijfer `= 23/4 + 1 = 6,75` dus 6,8 of 7-.
    2. Het maximale cijfer is in NL een 10 en `36/4 + 1 = 10`.
    3. Rechte lijn (eigenlijk allemaal losse punten) vanaf `(0,1)` tot `(36,10)`.
    4. Het aantal punten is een geheel getal vanaf `0` tot en met `36`, dus er zijn in totaal `37` punten.
    1. SuperParket: prijs = 75 × aantal m2.
    2. Woonwinkel: prijs = 80 × aantal m2 – 100.
    3. SuperParket: prijs `= 75 xx 20 = 1500` euro.
      Woonwinkel: prijs `= 80 xx 20 - 100 = 1500` euro.
      Het maakt dus geen verschil.
    1. Niet zo eenvoudig, er zijn meer dan twee variabelen.
    2. `BMI = 80/(1,8 xx 1,8) ~~ 24,7`.
    3. `BMI = G/(3,24)`
    4. Rechte lijn vanaf `(50; 15,4)` tot en met `(100; 30,8)`.
    5. Stuk van de lijn kleuren dat hoort bij `BMI = 18,5` en `BMI = 25`.
    6. BMI = 90/(lengte × lengte)
    7. Dit wordt een kromme lijn.
    8. Stuk van de lijn kleuren dat hoort bij `BMI = 18,5` en `BMI = 25` en dan de lengtes aflezen.