Figuren
Samenvatten
In de wiskunde heb je veel te maken met figuren. En er zijn nogal wat figuren...
Je moet nauwkeurig afspreken wat je verstaat onder een punt, een lijn, een vlak, loodrecht, evenwijdig, een cirkel, een vierkant, een rechthoek, enzovoorts.
Bovendien wil je ze soms tekenen, dus je moet leren omgaan met potlood, passer en geodriehoek.
En soms kun je in plaats daarvan werken met een wiskundig tekenprogramma als GeoGebra.
En dan is het weer handig om te weten hoe je de plaats van punten en figuren bepaalt.
De volgende opgaven zijn bedoeld om overzicht over het onderwerp Figuren te krijgen.
Dit betreft van het domein Meten en tekenen de onderdelen 1, 2, 3, 4, 5 ,6 en 7.
Het is nuttig om er een eigen samenvatting bij te maken.
Je leert nu:
- de begrippen punt, lijn, lijnstuk, snijden, evenwijdig, loodrecht gebruiken bij het tekenen (Meten en tekenen 1)
- afstanden tussen figuren bepalen (Meten en tekenen 2)
- werken met de passer om cirkels te tekenen en de begrippen middelpunt, straal en diameter (Meten en tekenen 3)
- werken met vlakvullingen (Meten en tekenen 4)
- namen en eigenschappen van vlakke figuren (Meten en tekenen 5)
- werken met plaatscodes (Meten en tekenen 6)
- werken met coördinaten in een xy-assenstelsel (Meten en tekenen 7)
Je kunt al:
- lengtes meten met een liniaal en de lengte-eenheden meter, centimeter en millimeter gebruiken;
- werken met vierkanten en rechthoeken.
Opgaven
Heb je nog nooit met GeoGebra gewerkt? Bekijk dan eerst deze video.
-
Laat zien hoe je punt P moet verplaatsen om
- lijn l evenwijdig aan lijn m te maken;
- het snijpunt van l en m in beeld te krijgen;
- lijn l loodrecht op lijn m te zetten.
Laat zien hoe je punt B moet verplaatsen om
- de afstand tussen de punten A en B precies 3 eenheden te laten zijn;
- de afstand van punt A tot lijn m te vinden;
- de afstand van punt A tot gebied G te vinden.
-
Je ziet hier de punten A en B. Met de knoppen bovenaan de applet kun je zelf tekenen.
Door met de rechter muisknop op een punt, een lijn(stuk) of een cirkel te klikken krijg je de eigenschappen te zien. Daar kun je de naam aanpassen, de lengte opvragen, enz.
- Teken een cirkel met middelpunt M en AB als diameter.
- Hoeveel eenheden is de straal van de cirkel?
- Verdeel de cirkel in zes gelijke delen.
-
Geef in het volgende overzicht "ja" of "nee" aan:
-
|