Basistechnieken: Formules en grafieken met XL

In Excel2013 kun je tabellen en grafieken maken bij formules. Je moet die formules dan verwerken in de cellen van het spreadsheetprogramma.
Hoe dat gaat leer je aan de hand van de werkmap

Formules.xlsx

Deze werkmap kun je met de rechtermuisknop downloaden en door te kiezen 'doel opslaan als...' op je eigen diskette of in een mapje op de harde schijf van de computer opslaan. Doe dat eerst. Kies als naam Form[..].xlsx waarbij op [..] bijvoorbeeld je naam komt.
Je moet wel eerst enige vaardigheid hebben met het werken met cellen en formules in Excel. De noodzakelijke voorkennis vind je in het practica "Tafels" en "Grafieken bij tabellen".

Inhoud:

Tabellen maken bij formules

In de werkmap Form[..].xlsx vind je een tabel en een grafiek bij de formule y = 2 · x.

Maak tenslotte de formule en de tabel weer zoals hij oorspronkelijk was. Sla het resultaat op.

Ga nu naar blad 2 van je werkmap (onderaan klikken op het flapje: Blad 2).
Je maakt op dit blad zelf een tabel bij de formule y = 0,5 · x + 5.

Je hebt nu een tabel voor de formule y = 0,5 · x + 5, waarbij x loopt vanaf -10 t/m 10 met stapgrootte 1.

Maak op blad 3 van jou werkmap een tabel bij de formule y = 10 – 4 · x, waarbij x loopt van –3 t/m 3 met stapgrootte 0,5. Sla het resultaat weer op.

Grafieken maken

Grafieken maak je in Excel op het tabblad "Invoegen". Je kunt daarop grafieken maken bij de tabellen die je in jouw werkmap hebt gemaakt.

Je maakt zo een grafiek bij de formule y = 0,5 · x + 5 op Blad 2 van je werkmap:

Je hebt natuurlijk wel gezien dat je ook andere soorten grafieken kunt maken. Die zijn meestal bedoeld voor statistieken en niet voor formules. Daar zul je later nog mee kennis maken.

Maak op Blad 3 van je werkmap een grafiek bij de formule y = 10 – 4 · x. Als je daarna met de rechter muisknop op de onderdelen van het grafiekgebied klikt, ontdek je dat je van vrijwel alles de instellingen nog achteraf kunt aanpassen. Maak de grafiek 'mooi' en sla het resultaat op.

Formules met kwadraten

Ga naar blad 4 van je werkmap of open een nieuwe werkmap.

Sla het resultaat op.

LET OP: Excel hanteert helaas een andere rekenvolgorde dan in de wiskunde is afgesproken. Met name met mintekens knoeit Excel er pijnlijk verkeerd op los! Zelfs met haakjes kun je problemen met de rekenvolgorde niet helemaal oplossen!

Waar het probleem onstaat is eenvoudig te zien.

Hier doet Excel het rekenwerk in een ongebruikelijke volgorde. Bij de formule y = –x2 + 4 gaat het wiskundig gezien FOUT! Excel verandert nu namelijk eerst het teken van de waarde voor x en rekent dan pas het kwadraat uit en dat is onjuist: machten gaan in de wiskunde altijd voor!
Vreemd genoeg gaat het bij y = 4 – x2 wel in de goede volgorde!

Om bij de formule y = –x2 + 4 een juiste tabel te krijgen moet je de formule invoeren als: = 4 – celnummer^2. Haakjes om het celnummer zetten helpt niet!
Pas de foutieve tabel op blad 5 aan. Sla het resultaat weer op.

Twee formules in één figuur

Ga in je werkmap naar blad 2 en maak het hele blad leeg. Je gaat nu Excel twee formules in één figuur laten tekenen. Die formules zijn: y1 = 2 · x en y2 = 3 – 0,5 · x.

Je kunt het snijpunt van beide grafieken wel aflezen, maar niet erg nauwkeurig. Probeer de coördinaten van het snijpunt af te lezen. Zet het snijpunt in een cel naast het grafiekgebied. Maak de grafiek zo mooi mogelijk op.

Om het snijpunt nauwkeuriger te kunnen aflezen, teken je de grafieken opnieuw. Nu maak je een tabel met kleinere stappen voor x.

Lees nu het snijpunt in één decimaal nauwkeurig af. Zet de uitkomst op het werkblad.
Sla weer de complete werkmap op.

Afsluiting

Maak op blad 6 van de werkmap tabellen en grafieken (in één figuur) bij de formules:

y = –0,5 · x + 5 en y = 6 / (x + 1).

Neem voor x waarden vanaf 0 t/m 10 met stapgrootte 0,5.

De waarden van x en y die aan beide formules voldoen, de snijpunten van beide grafieken, kun je met deze stapgrootte niet nauwkeurig genoeg bepalen. Maak daartoe bijvoorbeeld eerst tabellen in één decimaal nauwkeurig. Je kunt nu de snijpunten in één decimaal nauwkeurig geven. Zet die waarden op je werkblad. Sla de werkmap op. Laat eventueel alles door je leraar controleren.