Hypotheken

Een praktische opdracht voor de tweede fase vwo, wiskunde A/C

Wil je een huis kopen en heb je daarvoor niet genoeg geld? In dat geval sluit je bij een bank een hypotheek af. Dan leen je het benodigde geld van de bank. Dat gaat tegen betaling, de hypotheekrente. Bovendien zul je vaak je schuld langzaam willen aflossen, of een kapitaal opbouwen waarmee je hem kunt aflossen, of...

Er zijn diverse vormen van hypotheekverstrekking door een bank. De traditionele zijn:

• de lineaire hypotheek, waarbij je rente betaalt over de uitstaande schuld en je die schuld aflost in gelijke bedragen per jaar gedurende de looptijd van de hypotheek;
• de annuïteitenhypotheek, waarbij van rente en aflossing één vast jaarbedrag wordt gemaakt;
• de spaarhypotheek, waarbij je tussentijds niet aflost, maar naast de hypotheekrente een bedrag gaat sparen waarmee je aan het eind van de looptijd de hypotheek aflost.

In Nederland is de hypotheekrente aftrekbaar van de belasting en dat hebben we gemerkt de afgelopen jaren...
Er konden steeds hogere bedragen worden geleend omdat de staat toch meebetaalt. Dat heeft in de jaren 1980 - 2008 een enorme stijging van de huizenprijzen tot gevolg gehad, zodat starters op de woningmarkt al meteen met torenhoge schulden zaten. De kredietcrisis van 2008 heeft dit probleem heel erg zichtbaar gemaakt. En dat betekent dat er weer veel beter moet worden nagedacht over de verstrekking van hypotheken en het systeem van belastingaftrek.

In deze opdracht is het de bedoeling dat je een aantal hypotheekvormen doorrekent en met elkaar vergelijkt. Daarvoor heb je gegevens nodig. Die zijn via internet gemakkelijk te vinden.

De opdracht

• Zoek om te beginnen de stand van de hypotheekrente van dit moment.
• Ga er van uit dat iemand een huis wil kopen van 200.000 euro. Hij moet dat hele bedrag lenen plus de bijkomende kosten (zoek eens op welke kosten dat zijn). Bepaal het totale bedrag dat hij moet lenen.
• Je gaat hem een hypotheekadvies geven. En dus reken je minstens de drie eerder genoemde hypotheekvormen door en zet je die voor hem op een rijtje. Laat bij alle hypotheekvormen duidelijk zien hoe de berekeningen in hun werk gaan.
• Verder kies je nog een andere hypotheekvorm die je voor hem door rekent.
• Vergelijk zijn maandlast bij de verschillende hypotheekvormen en vergelijk dit met de mogelijkheid om een huis te huren.
• Stel een helder advies op, afhankelijk van zijn financiële vooruitzichten.
• Verwerk de voorgaande berekeningen in een leesbare uitwerking.