De leraar (bij een profielwerkstuk zal het vaak om twee leraren gaan) kan daarop vooraf de verdeling van de punten over de diverse onderdelen van de praktische opdracht invullen. Eventueel geeft hij op dat blad (bij uitwerking) nog weer aanvullende eisen aan. Ook kan hij eisen stellen aan de te gebruiken hulpmiddelen, bijvoorbeeld computerprogramma's waarmee je moet werken, zoals MS-Excel of OO-Calc of GeoGebra.
Verder kan op het titelblad worden ingevuld wanneer de praktische opdracht af moet zijn. Bij een grotere open praktische opdracht is het handig om regelmatig tussentijds de voortgang te bespreken en vooraf vast te leggen welke presentatievorm (een werkstuk, een posterpresentatie, een presentatie met MS-PowerPoint of Prezi, of nog iets anders) er aan het einde wordt verwacht.
Op de afgesproken datum wordt de praktische opdracht volledig uitgewerkt ingeleverd. Het resultaat wordt nagekeken en met je nabesproken. Daarbij zal vast wel worden nagegaan of iedereen die eraan heeft meegwerkt echt begrijpt wat er is gedaan en opgeschreven. Vervolgens worden (wellicht na een mooie presentatie) punten toegekend en komt het cijfer tot stand.
Na invulling van het eindcijfer kunnen zowel de beoordelaars als de uitvoerders van de praktische opdracht een paraaf zetten waarmee wordt aangegeven dat deze praktische opdracht is afgesloten.