HYPOTHESEN TOETSEN Overzicht
Binomiale toetsen

Voorbeeld

Om te bepalen of een dobbelsteen eerlijk is, kun je bijvoorbeeld 50 keer met deze dobbelsteen werpen en het aantal keren "zes ogen" tellen. Bij hoeveel keer "zes ogen" mag je dan besluiten dat hij niet eerlijk is? Neem een significantieniveau van 1%.

Antwoord

Je kunt deze vraag "vertalen" naar een tweezijdige binomiale toets:

  • H0: p =  1 6
  • H1: p ≠  1 6
met een steekproefgrootte van 50 en stochast X is het aantal keren "zes ogen" in deze steekproef. Het significantieniveau is α = 0,01.

Nu moet P(X ≤ g1 ∨ X > g2 | p =  1 6  ∧ n = 50) ≤ 0,01.
Je bepaalt de twee grenzen daarom uit:

  • P(X ≤ g1 | p =  1 6  en n = 50) ≤ 0,005
  • P(X > g2 | p =  1 6  en n = 50) ≤ 0,005
Ga na, dat het kritieke gebied wordt: X ≤ 1 ∨ X ≥ 16.
Bij deze aantallen zessen mag je aannemen dat de dobbelsteen niet eerlijk is.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3