Kijklijnen

Verkennen

Opgaven

  1. Sarah zit aan haar bureau in haar kamer. Ze kijkt naar buiten, de tuin in.



    1. Kan ze de regenton zien?
    2. Kan ze de vijver zien?
    3. Aan de muur van het schuurtje hangt een vogelhuisje. Kan Sarah dit zien?

  2. Als Sarah in de kamer is, heeft ze meer zicht op de tuin. Op welke plaatsen in de kamer kan ze de regenton zien?

Uitleg

Om te kunnen bepalen wat je nog kunt zien, zijn kijklijnen handig. Bekijk wat je onder kijklijnen (of zichtlijnen) verstaat.

Opgaven

  1. Bekijk de figuur in de Uitleg. Je ziet een vrouw die met een computer werkt.
    1. Welke twee kijklijnen geven in de figuur het zicht op het beeldscherm aan?
    2. Welke kijklijnen moet je tekenen om het zicht op het toetsenbord aan te geven?

  2. Bekijk de figuur in de Uitleg nog eens. Waarom zijn in werkelijkheid twee kijklijnen niet genoeg om het zicht op het beeldscherm weer te geven?

Voorbeeld 1

Hier zie je een voorbeeld van het gebruik van kijklijnen op een plattegrond.

Opgaven

  1. Je ziet hier de figuur van Voorbeeld 1.



    1. Hoeveel ganzen kan B zien?
    2. En hoeveel ganzen kunnen ze beiden zien?
    3. Geef door kleuren of arceren aan welk gebied beiden kunnen zien.

  2. Hier zie je de tuin bij het huis waar Sarah woont nog een keer. Haar broer Willem-Jan staat in de kamer.



    1. Geef het gebied aan dat Willem-Jan vanuit de kamer van de tuin kan zien.
    2. Geef ook het gebied aan dat ze beiden kunnen zien van de tuin.


Oefenen

  1. Je ziet hier de plattegrond van een basisschool. Veel lokalen hebben naast een deur ook ramen die uitkijken op de hal. Verder is de plaats waar de leerkracht aan zijn bureau zit met een rode punt aangegeven.



    1. Welke twee leerkrachten zien het grootste deel van de hal van deze school als ze aan hun bureau zitten?
    2. Geef het deel dat de leerkracht van groep 4 van de hal ziet in de figuur aan.
    3. Doe hetzelfde met het deel van de hal dat de leerkracht van groep 5 ziet.
    4. Welk deel overzien ze allebei?